De stijve elleboog

Wat is elleboog stijfheid?

Pijnvrije mobiliteit van de elleboog is essentieel voor een goede armfunctie in het dagelijks
leven. Na een ongeval of operatie kan de mobiliteit echter verminderd zijn, waardoor
beperkingen ontstaan. Het analyseren en behandelen van deze stijfheid is cruciaal voor een
positief resultaat.

Er zijn verschillende oorzaken van elleboogstijfheid. Het kan optreden op het niveau van bot of
kraakbeen, of in de zachte weefsels zoals het gewrichtskapsel of pezen die vast komen te zitten.
Langdurige immobilisatie (bijvoorbeeld door gips of een spalk) kan leiden tot verklevingen op
weefselniveau, wat tot stijfheid kan leiden. Vroeger werd bij een elleboogbreuk vaak zes weken
gips voorgeschreven, maar tegenwoordig wordt dit minder vaak gedaan om de elleboog zo snel
mogelijk weer vrij te laten bewegen en de mobiliteit te behouden of te herstellen. Er is een
verband tussen de ernst van het letsel, de duur van immobilisatie en de mate van stijfheid die
optreedt

Symptomen

Een stijve elleboog wordt gekenmerkt door beperkte mobiliteit en vaak pijn aan het einde van
het bewegingsbereik bij pogingen om verder te strekken. Soms treden er naast de beperkte
beweeglijkheid ook op zenuwniveau symptomen op. De stijfheid in het gewricht en het
omringende kapsel kan druk uitoefenen op de zenuwen die naar de onderarm lopen. Dit kan
leiden tot tintelingen in de vingers of hand wanneer de druk tijdens bewegingen richting het
einde van het bereik toeneemt. Uw zorgverlener zal hier altijd naar vragen, maar aarzel niet om
het zelf aan te geven tijdens een intake of behandeling als u dit ervaart.

Het onderzoek

Voorafgaand aan het onderzoek zal er een vraaggesprek plaatsvinden om uw klachten zo goed
mogelijk in kaart te brengen. Er wordt gevraagd naar de specifieke aard van de klachten en bij
welke handelingen deze aanwezig zijn. Ook wordt er geanalyseerd wat mogelijk heeft geleid tot
het ontstaan van de stijfheid en welke factoren van invloed kunnen zijn op het herstel. Er wordt
gevraagd naar mogelijke trauma’s of gebeurtenissen die voorafgingen aan het optreden van de
stijfheid.

Bij het onderzoek zelf worden er door uw fysiotherapeut of specialist verschillende testen
gedaan om te kijken hoe de beweeglijkheid van de elleboog is. Hierbij wordt de arm bewogen in
een aantal richtingen en wordt ook van u gevraagd de arm in specifieke richtingen te bewegen.
De beweeglijkheid wordt door de zorgverlener uitgedrukt in het aantal graden en wordt
vergeleken met de andere, niet aangedane zijde.

Aanvullende diagnostische beeldvorming, zoals röntgenfoto’s of een MRI-scan, kan ook worden
overwogen om de oorzaak van de stijfheid verder te onderzoeken, met name als er vermoedens
zijn van bot- of kraakbeenafwijkingen.

Behandeling

Het doel van behandeling bij elleboog stijfheid is om de beweeglijkheid van het gewricht zo
goed mogelijk terug te krijgen. Afhankelijk van de ernst en de duur van de stijfheid, de
functionele impact op het dagelijks leven en eerder uitgevoerde behandelingen, kan er worden
gekozen voor een conservatieve of operatieve behandeling.

De conservatieve behandeling bestaat voornamelijk uit fysiotherapeutische begeleiding. In de
acute fase (eerste dagen na trauma of operatie) richt deze begeleiding zich voornamelijk op
voorlichting, advies, pijnvermindering en oefeningen die al met de hand/vingers kunnen
worden gedaan om bloeddoorstroming te bevorderen. Al snel wordt er in de vroege fase van de
revalidatie vervolgens overgegaan tot mobilisaties, waarbij de arm eerst passief en vervolgens
(op geleide van klachten en afhankelijk van de ernst) actief wordt bewogen. In eerste instantie
zal de focus liggen op het herkrijgen van de strek-mobiliteit van de elleboog. Vervolgens wordt
de focus ook op de buiging gelegd. Er worden vaak naast de consults bij de fysiotherapeut,
oefeningen gegeven voor thuis om het mobiliseren zelf uit te blijven voeren. Het rekken van
weefsel dient frequent (5-6x/dag) te worden uitgevoerd om een blijvend resultaat te behouden.
In sommige gevallen wordt er hierbij gebruik gemaakt van een brace om de elleboog na het
mobiliseren nog iets langer in de stand te houden waarin hij is bewogen. Ook ‘s nachts kan deze
brace worden gedragen om enkele uren achtereen extra te rekken.

In sommige gevallen is conservatieve behandeling niet voldoende effectief. Indien er na 3
maanden nog onvoldoende verbetering heeft plaatsgevonden, wordt er met de orthopedisch
chirurg overlegd of er andere mogelijkheden zijn om mobiliteit terug te winnen. Chirurgische
behandeling bestaat vaak uit een arthrolyse, waarin het gewricht wordt ‘schoongemaakt’;
ontdaan van aanwezige haakvormingen op kraakbeen- of botniveau en het kapsel ruimer wordt
gemaakt. In de meeste gevallen gebeurt dit met een kijkoperatie, soms met een open arthrolyse.
Welke optie het best passend is wordt altijd geanalyseerd door de orthopeed in

Ook na een operatieve ingreep, wordt (opnieuw) fysiotherapeutische begeleiding geadviseerd.
Hierin lijkt de nabehandeling relatief veel op hoe het conservatieve beleid omschreven is en is
het hoofddoel wederom de beweeglijkheid zo goed mogelijk te krijgen.

Zodra de beweeglijkheid is verbeterd tot gewenst niveau, zullen andere behandelbare
grootheden zoals kracht of uithoudingsvermogen langzaam in de behandeling worden
toegevoegd.Uiteindelijk wordt er onder begeleiding weer toegewerkt naar het uit kunnen
voeren van dagelijkse-, werk- en sport gerelateerde bewegingen.

Welke disciplines zijn mogelijk betrokken bij een stijve elleboog?

Bij deze behandeling kunnen fysiotherapeut en/of een orthopeed (of andere 1,5- 2e lijns zorg
specialisten in het ziekenhuis zoals Physician Assistants en Extended Scope Specialisten) een rol
spelen in uw behandeltraject. Ook kan er, in overleg met uw behandelaren, een ergotherapeut
worden ingeschakeld indien uw klachten een beperking vormen in bepaalde werk- of thuis
situaties.