Fracturen

Pathofysiologie

Bij een opvangreactie na een val of tijdens een ongeluk kan het gebeuren dat de elleboog breekt. Een
breuk in een bot noemen we een fractuur. In de elleboog zitten drie botten, de bovenarm (humerus),
de ellepijp (ulna) en het spaakbeen (radius). In alle drie deze botstukken kunnen er fracturen
optreden. Sommige fracturen zijn klein en soms zijn er meerdere botstukken gebroken of is er naast
een breuk nog aanvullend letsel. Het herstel van de breuk is afhankelijk van de ernst en complexiteit.
Elleboog breuken komen het vaakst voor bij kinderen. Bij volwassenen is de gemiddelde leeftijd 57
jaar en mannen hebben een iets hogere kans op het oplopen van deze blessure.

Diagnostisch proces

Na een ongeval zal de elleboog direct pijnlijk zijn. Vaak is er ook direct een onvermogen om de arm
te bewegen en er zal ook zwelling en blauwkleuring optreden. In een aantal gevallen is er ook
spreken van een open botbreuk waarbij de huid kapot is. Bij directe forse pijn en zwelling is het van
belang om beeldvormend onderzoek te doen. Om een breuk vast te stellen maken ze in het
ziekenhuis gebruik van een röntgenfoto.

Behandelmogelijkheden

  • conservatief
    De meest voorkomende breuk die voorkomt is een breuk van de radiuskop of hals. Wanneer er een
    kleine scheur of breuk aanwezig is waarbij de positie van het bot niet veranderd is zal het niet nodig
    zijn om te opereren. Dit geld ook voor breuken aan de humerus en ulna. De behandeling bestaat uit
    24 uur drukverband en een sling gedurende een week. Na een week is het van belang om te starten
    met buigen en strekken van de elleboog om stijfheid te voorkomen. De meeste breuken herstellen
    zonder restklachten. Mocht de elleboog toch stijf worden dan is het goed om een fysiotherapeut in
    te schakelen. Deze kan helpen met het doornemen van oefeningen en advies geven in hoe de
    activiteiten en belasting weer opgebouwd kan worden.
  • operatief
    Wanneer de breuk te groot is of als een gedeelte van het bot te ver verschoven is is het soms nodig
    om een operatie uit te voeren. Bij het opereren wordt de breuk vastgezet met schroeven, platen of
    draad. Dit is van chirurgisch staal gemaakt en hoeft meest van de tijd niet meer verwijderd te
    worden. De botten van de elleboog zijn belangrijk om stabiliteit te geven in het gewricht. Dit hebben
    we nodig om te kunnen steunen maar ook om bijvoorbeeld zware boodschappen te tillen. Wanneer
    een breuk groot is of uit meerdere stukken bestaat kan de stabiliteit in gevaar komen en is er ook
    een operatie nodig.
    Na de operatie is het meestal niet nodig om de elleboog te immobiliseren met gips of een brace. Na
    de operatie krijgt de patiënt drukverbrand en een sling voor ongeveer een week. Ook na een
    operatie is er een grote kans op stijfheid. Het is van belang om zo snel mogelijk te starten met
    strekken en buigen van de elleboog, het wordt geadviseerd om dit onder begeleiding van een
    fysiotherapeut te doen. Deze kan naast het voorkomen en verbeteren van stijfheid handvaten bieden
    om de belastbaarheid(kracht) weer op te bouwen.
  1. Welke behandelaren/ disciplines zouden bij behandeling betrokken kunnen worden
  • ( 1 e lijn) Fysiotherapeut/ instrumentmaker (JAS brace)/ handtherapeut (bijkomend pols
    letsel/klachten)
  • ( 2 e lijn) orthopeed, trauma chirurg