Wanneer lang werken achter de computer, lang typen, het optillen van een kopje of het uitstrekken van de elleboog problemen geeft wordt er al snel gedacht: dat moet een tenniselleboog zijn!
Ook fysiotherapeuten drukken snel op de diagnose tenniselleboog, maar dit hoeft natuurlijk lang niet altijd het geval te zijn. Wat kan het zijn als het geen tenniselleboog is?
Wat beweegt de elleboog?
De elleboog is een complex en veelzijdig gewricht met een uitgebreid stabiliserend spiersysteem. In het gewricht zit in een kleine ruimte veel qua structuren, die elk voor andere problematiek kan zorgen.
In de algemene bevolking heeft 7,5% elleboogklachten in een jaar, waarvan 11,2% met chronische pijn kampt. De richtlijn van de nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG) stelt dat 5 patiënten per 1000 per jaar een tenniselleboog hebben, dit ten opzichte van 0,4 patiënten per 1000 per jaar die een golferselleboog hebben.
Bij een tenniselleboog gaat het voornamelijk om de pijn aan de laterale zijde van de elleboog, met soms enige vorm van uitstraling naar de onderarm (niet te verwarren met tintelingen of neurologische uitstraling). Er is echter een differentiaal diagnostiek die belangrijk is om in acht te nemen wanneer er een vermoeden is van een tenniselleboog. Deze differentiaal diagnostiek berust zich op de lokalisering en de aard van de klachten. We lopen een aantal differentiaal diagnoses door:
- Stijfheid
- Pijn
- Mediale pijn/ binnenzijde
- Laterale pijn/ buitenzijde
- Instabiliteit
- Neurogene betrokkenheid
Stijfheid:
Een veel voorkomend probleem van de elleboog. Vaak ten gevolge van een trauma moment gepaard gaande met structureel letsel. Kan tevens ook ontstaan na een immobilisatie tijd, denk aan het dragen van een mitella voor een langere periode of gips. Ook degeneratieve processen en infecties kunnen resulteren in verstijving van de elleboog, waardoor de functionele mobiliteit van de elleboog (in sommige gevallen tijdelijk) niet meer haalbaar is.
Pijn aan mediale of laterale zijde:
De pijn aan de laterale zijde, juist de locatie van de tenniselleboog, echter 25% van de pijn aan de laterale zijde van de elleboog wordt mis gediagnosticeerd. Naast de tenniselleboog of wel epicondylalgia lateralis, moet er gedacht worden aan een plica/ synovial fringe probleem. Het gaat hier om een bestaande vouw van het kapsel die na repetitieve overstrekking of buiging voor problemen kan zorgen. De klachten lijken op die van de tenniselleboog. Daarnaast kan er sprake zijn van instabiliteit aan de laterale zijde van de elleboog, ook wel VEOS (valgus extension overload syndrome) genoemd. Komt veel bij de bovenhandse sporter voor, vooral bij de werpers. Van belang is dat de extensor Carpi Radialis Brevis, een belangrijk betrokken spier bij de tenniselleboog, een directe verbinding heeft met het gewrichtskapsel. Indien er instabiliteit is, dan is een betrokkenheid van deze pees mogelijk. Behandel niet alleen de pijn, maar beoordeel vooral de onderliggende mechaniek!
Aan de mediale zijde kan er ook pijn optreden. Dit is juist passend bij de golferselleboog maar ook hier is waakzaamheid qua differentiaal diagnostiek van belang! Zo zit hier ook de triceps aanhechting in de buurt die voor een snapping sensatie kan zorgen en pijn aan de binnenzijde van de elleboog. Het gaat hier om een snapping sensatie van de triceps tussen 70 en 90 graden flexie. Niet te verwarren met de snapping ulnaris; het subluxeren van nervus ulnaris vaak tussen 90 en 110 graden flexie. Tevens de MCL-problematiek, voorkomend door herhaalde (werp) bewegingen, waarbij het kapsel repetitief op spanning komt te staan met als gevolg instabiliteit en/of mediale pijn.
Instabiliteit (lateraal)
Niet te verwarren met de laxiteit van het kapselbandapparaat, komt de instabiliteit eigenlijk altijd ten gevolge van een val of ander trauma moment. Vooral de FOOSH (fall onto outstretched hand) komt veel voor, dit traumamechanisme kan verschillende gevolgen hebben, waaronder een luxatie van de radiuskop. Het geeft een groot verschil met de tenniselleboog en wordt vaak wel duidelijk herkend vanwege het ontstaansmoment en de duidelijke luxatie.
Neurologie
Tot slot zijn er nog klachten met een neurologische onderliggende aard. Er kan op verschillende plekken een compressie van een zenuw optreden. Zo kan de ulnaris, net als de triceps, voor een ‘snapping’ sensatie zorgen. Dit kan resulteren in pijn naar de ringvinger, maar vooral in de pink. Ook in de onderarm zijn er verschillende locaties waar compressie kan ontstaan, wat kan zorgen voor uitstraling naar de hand en lokale pijn. Deze pijn is te vergelijken met de pijn die optreedt bij de tenniselleboog maar heeft dus een andere onderliggende oorzaak.
Take Home Message
Zoals in het kort beschreven, zijn er veel verschillende soorten oorzaken van pijn aan de elleboog en ligt de oorzaak niet altijd bij een tenniselleboog. Wees alert op de locatie van de pijn, hoe de pijn zich uit en hoe het is ontstaan. Leg daarnaast niet alleen de focus op de pijn zelf, maar denk vooral na over een onderliggende mechanische verklaring.
Blijf jezelf afvragen, hebben we te maken met een daadwerkelijke tenniselleboog of kan het ook iets anders zijn?
Dave Heijblok
Msc Manueeltherapeut